ASSISTEN VOOR ZIEKTES EN VERWONDINGEN

VERKLARENDE WOORDENLIJST
BIJ DE CURSUS
antibiotica:

stoffen die in staat zijn om bacteriën in het lichaam te doden of onschadelijk te maken. Antibiotica worden verkregen uit micro-organismen (zeer kleine levende organismen) of ze worden synthetisch gemaakt.

apostel:

elk van de eerste volgelingen van Jesus die de Christelijke boodschap aan de wereld verkondigden.

aspiraties:

hoop, sterke gevoelens of ambitie om een bepaald doel of doelstelling te halen. Het woord betekent ook het doel of de doelstelling die gewenst is.

assist:

een “assist” is een actie die kan worden ondernomen om een in het heden aanwezig ongemak te verlichten en iemand te helpen om sneller van een ongeluk, ziekte of emotionele schok te herstellen.

auditing:

een speciale vorm van persoonlijke counseling, uniek in Scientology, die een individu helpt om naar zijn eigen bestaan te kijken en zijn vermogen verbetert om wat hij is en waar hij is te confronteren. Auditing is een precieze, grondig gesystematiseerde activiteit met exacte procedures.

axioma's:

beschrijvingen van natuurwetten die vergelijkbaar zijn met de wetten van de natuurwetenschappen.

bacteriën:

eencellige organismen waarvan sommigen ziekten kunnen veroorzaken.

bevestigen:

Een bevestiging is iets dat wordt gezegd of gedaan om iemand anders te laten weten dat zijn bewering of daad opgemerkt, begrepen en ontvangen is.

chiropractie:

een manier van behandelen die gebaseerd is op de theorie dat ziektes het gevolg zijn van een gebrek aan normaal functioneren van de zenuwen, waarbij gebruik wordt gemaakt van het bijstellen van de lichamelijke structuur (zoals de ruggengraat) en indien nodig lichamelijke therapie, om de structuur te herstellen.

cognitie:

een nieuw besef over het leven. Het zijn van die uitspraken als: “Wat zeg je me daarvan, ik begrijp ineens...”; iets wat iemand opeens begrijpt of voelt.

communisme:

de politieke theorie of het systeem waarbij in een klasseloze samenleving alle bezittingen en rijkdom het eigendom zijn van een alle leden (werkers) van een gemeenschap. Het maakt gebruik van uitgebreide negatieve controlemiddelen met betrekking tot persoonlijke vrijheden en de collectieve behoeften gaan boven de individuele rechten.

confronteren:

onder ogen zien zonder een spier te vertrekken of te ontwijken. Het vermogen te confronteren is eigenlijk het vermogen om er op je gemak te zijn en waar te nemen.

cultus:

een gesloten groep mensen met een gemeenschappelijke toewijding ten opzichte van een bepaald persoon, ding, ideaal, enz. (hier ongunstig bedoeld)

drukverband:

een strook doek die strak gebonden wordt om een gewonde arm of been om tijdelijk het bloeden uit een grote ader te stoppen, om zodoende hevig bloedverlies te voorkomen.

dupliceren:

iets exact opnieuw maken of reproduceren.

golflengte:

een golflengte is een kenmerk van beweging. Een ordentelijke golflengte is een stroming van beweging. Er zijn regelmatige, zich herhalende afstanden tussen de toppen. Neem een touw of een tuinslang en geef die een zwiep. Je zult dan een golfbeweging zien die zich erlangs voortbeweegt. Energie, of die nu elektrisch of van het licht of geluid is, heeft ook een dergelijk patroon. Dit is een vloeiende, zich voortbewegende golf. De golflengte bevindt zich tussen twee opeenvolgende toppen. Die wordt gemeten in lengte-eenheden zoals centimeters, inches of meters.

gradiënt:

de geleidelijke benadering van iets, stap voor stap, niveau na niveau, waarbij het volbrengen van elke stap en het behalen van elk niveau op zichzelf vrij gemakkelijk is, zodat uiteindelijk erg moeilijke, gecompliceerde activiteiten betrekkelijk gemakkelijk kunnen worden volbracht. De term gradiënt is ook van toepassing op elk van de stappen die bij een dergelijke benadering worden genomen.

handoplegging:

het plaatsen van de handen van de heler op het lichaam van de persoon die ziek is, zoals wordt gedaan bij gebedsgenezing, een methode van behandelen van iemand die ziek is door middel van de kracht van geloof en bidden.

heden, het:

de tijd die er nu is en bijna zo snel als het wordt waargenomen, weer verleden tijd wordt. Het is een term die ook losjes gebruikt wordt om de omgeving waar iemand nu in is aan te geven.

hiernamaals:

een toekomstig leven, de wereld die gaat komen; een leven of bestaan na de dood.

indicator:

conditie of omstandigheid die tijdens een proces tevoorschijn komt en die indiceert (aanwijst of aantoont) of het goed dan wel slecht gaat. Als iemand bijvoorbeeld auditing ontvangen en er helderder of vrolijker uit ziet, dan zou dat een goede indicator zijn. Zie ook auditing in deze Verklarende Woordenlijst.

locational auditing:

een soort auditing die iemand helpt zichzelf te oriënteren en die hem of haar in communicatie brengt met zijn of haar omgeving.

massa:

iets bestaande uit materie (zonder bepaalde vorm of grootte).

menswetenschappen:

studierichtingen die zich bezighouden met menselijke gedachten en relaties, in tegenstelling tot de wetenschappen; met name literatuur, filosofie, geschiedenis, enz. (Oorspronkelijk verwees de term menswetenschappen naar opleidingen die een persoon in staat stelde vrijer te denken en zelf een oordeel te vormen, in tegenstelling tot een nauwgezette studie van technische vaardigheden.)

ontwrichting:

verstoring van de functies.

postulaat:

een conclusie, besluit of voornemen aangaande het een of ander.

proces:

een precieze reeks van aanwijzingen of volgorde van acties die wordt gegeven of uitgevoerd om een gewenst resultaat te bereiken.

realiteit:

dat wat er schijnt te zijn. Realiteit is in principe overeenstemming; de mate van overeenstemming die tussen mensen wordt bereikt. Datgene waarover we het eens zijn dat het werkelijk is, is werkelijk.

Scientology:

Scientology is een praktische religie die zich bezighoudt met het bestuderen van kennis, en waarbij door middel van het toepassen van haar technologie wenselijke veranderingen teweeg kunnen worden gebracht in de condities van het leven. Het is ontwikkeld door L. Ron Hubbard in zo’n dertig jaar tijd. De term Scientology komt van het Latijnse scio (weten in de meest volledige betekenis van het woord) en het Griekse woord logos (studie van). Scientology wordt verder gedefinieerd als “de studie en behandeling van het spirituele wezen in relatie tot zichzelf, universa en andere levensvormen”.

sessie:

de tijdsperiode gedurende welke auditing plaatsvindt, wordt een auditingsessie genoemd. Zie ook auditing in deze Verklarende Woordenlijst.

somatiek:

in Scientology gebruiken we het woord somatiek voor het aanduiden van alle soorten onaangename lichamelijke gewaarwordingen, ziektes, pijnen of lichamelijke ongemakken. Soma betekent in het Grieks “lichaam”.

steenpuist:

een pijnlijke rode zwelling op de huid die gevuld is met pus.

technologie:

de toepassingsmethoden van een kunst of wetenschap in tegenstelling tot louter de kennis van de wetenschap of kunst zelf. In Scientology wordt de term technologie gebruikt voor de methoden van toepassing van de Scientology principes om de functies van het verstand te verbeteren en het potentieel van de geest te rehabiliteren, ontwikkeld door L. Ron Hubbard.

theta:

gedachte of leven. De term komt van de Griekse letter theta (), die de Grieken gebruikten om gedachte of wellicht het spirituele aan te duiden. Iets dat theta is, is gekenmerkt door rede, sereniteit, stabiliteit, geluk, opgewekte emotie, volharding en de andere factoren die de Mens gewoonlijk als wenselijk beschouwt.

thetan:

de persoon zelf – niet zijn lichaam of zijn naam, het fysisch universum of iets anders – het is wat zich bewust is van het bewust zijn, de identiteit die het individu is. De term thetan werd bedacht om elke mogelijke verwarring met oudere, niet-geldige begrippen uit te schakelen. Deze term komt van de Griekse letter theta, die de oude Grieken gebruikten om denken of misschien geest aan te duiden; er werd een n aan toegevoegd om er een zelfstandig naamwoord van te maken zoals dat op de moderne manier in de techniek wordt gedaan om woorden te creëren.

trauma:

een wond of schok, veroorzaakt door plotseling lichamelijk letsel, door bijvoorbeeld geweld of een ongeval.

verschijnselen:

dingen die zich voordoen of die worden waargenomen of geobserveerd; afzonderlijke feiten, dingen die gebeuren of veranderen zoals wordt waargenomen door de zintuigen of het verstand: met name van toepassing op een feit of gebeurtenis, de oorzaak of uitleg van datgene dat wordt geobserveerd of wetenschappelijk wordt beschreven.

zijndheid:

conditie of staat van zijn; bestaan. Zijndheid wordt ook gedefinieerd als het aannemen (het kiezen) van een identiteitscategorie. Zijndheid wordt door iemand zelf aangenomen, wordt door iemand aan zichzelf gegeven, of wordt verworven. Voorbeelden van zijndheid zijn iemands naam, iemands beroep, iemands lichamelijke eigenschappen, iemands rol in een spel – elk van die dingen zou men iemands zijndheid kunnen noemen.